Onlangs schreef Daniël Brouwer mede ‘Hét handboek voor de functioneel beheerder’. Een mooie aanleiding om met deze expert in gesprek te gaan over het vakgebied. We stelden hem 10 vragen. In dit derde deel: vraag 7 t/m 10.
Weggeefactie
Stuur ons een mail waarin je in één zin uitlegt waarom je ‘Hét handboek voor de functioneel beheerder’ graag wil hebben en we sturen je een gratis exemplaar op! (zolang de voorraad strekt)
Welke trends en ontwikkelingen signaleer jij binnen het vakgebied functioneel beheer?
“Er wordt meer van functioneel beheerders verwacht. Waar ik zelf naartoe werk met mijn teams, is dat ze meer regie krijgen. Blijf niet alleen maar in de operatie hangen! Pak de lead en spreek je uit. Je ziet ook SaaS verder opkomen. Vandaar ook het regieverhaal, want SaaS vraagt iets heel anders van functioneel beheerders. Er valt weinig meer te specificeren, je krijgt gewoon wat opgelegd, vaak vanuit een leverancier. Je wordt een soort van implementatie-achtige coach of wat dan ook. Als het straks allemaal SaaS zou worden, hebben we ander type mensen nodig. Mensen die misschien geen functioneel beheerder van naam zijn, maar ‘leveranciersmanager’. En als je grote organisaties hebt, hoe gaat het dan met de interfacing tussen al die SaaS-oplossingen? Ga je dat bij een functioneel beheerder neerleggen of ziet men dat als technisch applicatiebeheer? Hoe dan ook: de traditionele functioneel beheerder bestaat straks niet meer, er zullen meer specialistische functies ontstaan.”
Over welke competenties, skills en mindsets beschikken de functioneel beheerders in jouw ideale team?
“Mijn ideale team bestaat uit mensen die zelf op onderzoek uitgaan en eigenaarschap pakken. Functioneel beheerders die nieuwsgiering, eager en creatief zijn. En graag ook mensen die af en toe een avond door buffelen als iets niet af is. Ik geloof in zelforganiserende teams die mij als manager als uiterste escalatiekanaal zien en iemand de ze helpt om verder te komen. Je skills moeten goed zijn, maar ook je houding en uitstraling. Wat ik vooral belangrijk vind, is dat functioneel beheerders sociale vaardigheden hebben, een goede presentatie kunnen geven, een logisch verhaal kunnen vertellen. Snappen hoe hun omgeving werkt, een bepaalde organisatiesensitiviteit, dat ze weten wie hun stakeholders zijn en hoe ze daarmee om moeten gaan. Persoonlijk vind Ik certificering niet eens zo essentieel. De functioneel beheerders van vandaag moeten ook een beetje politiek gevoel hebben, belangen doorzien en weten hoe de hazen lopen. Pas dan kunnen ze die volwaardige sparringpartner zijn voor alle lagen binnen een organisatie en dé schakel zijn tussen ‘de business’ en IT.”
Je hebt samen met Martijn Buurman het boek ‘Hét handboek voor de functioneel beheerder’ geschreven. Waarom met hem?
“Martijn en ik vullen elkaar al tien jaar goed aan. Ik was ooit bij zijn eerste pizzasessie, die bedoeld was voor vakidioten zoals ik. Het ging toen over requirements, ik weet het nog goed. We ontdekten dat we allebei passie hebben voor het vak, maar dan niet vanuit de theorie. Dit boek schreven wij vanuit de functioneel beheerder als mens, niet vanuit een methodiek. Het is een hoe-boek: hoe doe je iets, in plaats van ‘wat moet je doen’. Vaak zeggen mensen na een training: ‘er is mij verteld wát ik moet doen, maar niet hoé’. Daar wilden wij verandering in brengen. We vonden dat alle boeken die momenteel op de markt zijn niet aansluiten op wat we zelf zouden willen zien. Voor een vak waar veel mensen in werkzaam zijn er erg weinig literatuur. We willen iets toevoegen! Het boek is heel ‘eigen’ geworden, gebaseerd op wat voor Martijn en mij keer op keer werkt. We hopen dat ons handboek succes oplevert voor degenen die ermee aan de slag gaan.”
Wat wordt voor de lezers de grootste eyer opener?
“Poeh, moeilijke vraag. Misschien wel dat we het boek vanuit de functioneel beheerder schrijven en niet vanuit een methodiek. Wat ik zelf erg belangrijk vind, is het belang van een evenwichtige teamsamenstelling. Het is net als in de sport: hoe goed bepaalde individuen ook zijn, als je als team geen krachtig geheel vormt, wordt het niets. Onderlinge betrokkenheid en synergie liggen helaas niet binnen elk team voor de hand. Wat al zou helpen, is het introduceren van een dagstart. Dit is een bekend fenomeen binnen lean en scrum. En nee, dat kost geen zeeën van tijd. Je kunt met een groep van 20 man al in 10 minuten klaar zijn, want je bespreekt alleen de uitzonderingen. Maar goed, het gaat in de kern dus om de teamsamenstelling. Welke mensen zet je bij elkaar, wie doet wat, hoe houd je elkaar op de hoogte, in welke zin vul je elkaar aan. In functioneel beheer mogen daar echt nog wat stappen in gemaakt worden. Verticaal denken is leuk, maar horizontaal wordt het verschil gemaakt. Mét elkaar.”
Daniël Brouwer is Lean Six Sigma Master Black Belt en werkt al bijna 20 jaar in de IT. Hij houdt zich vooral bezig met de zachte kant van IT en het verbeteren van de prestaties van teams en organisaties. Daniël is een onvermoeibare verbeteraar. Sinds 2006 ligt zijn focus op functioneel beheer. LeanIM is zijn managementadviesbureau, gespecialiseerd in IM-gerelateerde vraagstukken. Naast dit boek schrijft Daniël uiteenlopende artikelen en spreekt hij regelmatig op evenementen over lean en functioneel beheer.